De varens in beeld zijn de Mannetjesvarens aan de voet van het tuinhuisje, langs het pad.
De grote bladeren zijn die van de Kamperfoelie, die weer voet aan grond wil krijgen op het dak.
Links in de hoek een toefje Grote tijm en overal priemt het peterseliefijne blad van Gewoon duizendblad tussendoor. Alleen hier, op het slakkenvrije groendak maakt die soort nog kans in mijn tuin.
Van dichterbij bekeken zien zien we de sterretjes van de Steenanjertjes, de bolletjes van Witte klaver, de haast onzichbare bloempjes van akker-vergeet-me-nietjes, één stengeltje van een hazenpootje en op de achtergrond enkele gele toefjes van Tripmadam.
Op de zuidzijde is het haast al Tripmadam dat de klok slaat.
En daar is het de Wingerd die het dak op wil... moet eens met mijn snoeischaar passeren, maar ik denk dat het winterkoninkje er broedt - dus nog even met rust laten.
Zo krijg je een zomers gevoel terwijl het geen zomer is, dat valt dus allemaal reuze mee.
BeantwoordenVerwijderen