donderdag 31 mei 2012

Samen uit ...

... -vliegen is veiliger?  Of zou het toch gewoon met de temperatuur te maken hebben?  We zagen al enkele weken Vuurjuffers - die zijn er altijd het eerst.


- en daarna kwamen de Azuurjuffertjes, zalig mooi zijn die!


En dus was het nog even wachten op hogere temperaturen alvorens we de eerste Keizerslibellen zouden zien. En eind vorige week was het zover! Donderdag waagde de eerste zich al uit het water. En het was alsof ze er allen zaten op te wachten, op dat teken, want vrijdag zagen we overal van die droge huidjes op de vijverplanten.  Wel vijftien hebben we er geteld!  Volgens mij zetten ze het moment van verpoppen een beetje in de wachtrij, om zeker pas met mooi weer uit te vliegen.  Want als het warm is, kan je dat verpoppen in de vroege uurtjes doen, nog voor die hongerige vogels wakker zijn!


Het lijken wel duikpakken van Aliens, die huidjes, toch wel een beetje angstwekkend zo van dichtbij gezien!


En in het weekend kregen we bezoek van een Platbuik!  Het was een jong mannetje, te zien aan het blauw dat nog slechts doorschemerde.  Maar wat een kleurschakering!


Dus nu is het wachten op de volgende in de reeks ... Wie zou het zijn?  Watersnuffel?  Lantaarntje? Blauwe glazenmaker?  Houtpantserjuffer?  Gewone oeverlibel?  Maar eigenlijk doet het er niet toe ...
We zijn altijd blij met deze niet aflatende stroom vliegende pareltjes!


maandag 28 mei 2012

Frommelblommekes



Vandaag was het even instant geluk - te ontdekken dat deze niet kapotgevroren zijn deze winter!
Ik vond ze terug - levend en wel - verstopt tussen de tripmadam in de kruidenborder.


En ik kwam even niet op de naam - dus dan maar zelf een naampje gegeven.  Frommelblommekes.


Wat vinden jullie er van - van deze alternatieve naam?  OK, Zonneroosje is eigenlijk mooier, maar 'k vond het toch goed gevonden.  Want zijn die bloemblaadjes niet zo teer dat ze door haast niets verfrommelbaar lijken?  En worden ze niet voorgefrommeld geleverd?




Spijtig genoeg vind ik nu even de naam van de variëteit niet terug...

maandag 21 mei 2012

Krullen en Kant

The images
That form our world
Appear as time
Our day unfurls

As leaves of ferns
Once tightly curled
Our time expands
To fill our space

With length
And breadth
With depth
And pace

To leave a stalk
Behind the fronds
Connected
To the mother place

That heart
From where
All fern buds grow

Not so different
You know
From the lives
Of you and me

Except the fact
Our fronds
Move free



Lange tijd droomde ik ervan een oude tuin te bezitten. Zo één met een doorleefd karakter, en donkere hoekjes en kantjes, met hagen en struikgewas en stinzeplanten en varens, langs slootjes en op oude halfvergane muurtjes of omgevallen bomen. Zo'n tuin met dikke en monumentale bomen, zwaar van loof en reeds op een leeftijd dat de ontwerper al lang overstijgt. 


Ik hou van oude tuinen. Dat is duidelijk. En ben dan altijd een beetje jaloers als ik in iemands tuin komt waar je de tijd kan voelen. Maar langs de andere kant - ben ik nu toch wel blij dat ik onze tuin vanaf nul begonnen ben. Dat gaf me alle vrijheid om te spelen en te experimenteren. Wat je natuurlijk minder kan in zo'n oude tuin.

De biodiverse tuin is dus niet oud, met zijn twee-en-twintig jaar is ie nog maar net volwassen.  Nu beginnen gelukkig de laatste jaren de bomen toch al ietwat echte boom-allures aan te nemen - dus het komt wel, die oude sfeer. En ik tracht dat toch al hier en daar wat op te roepen met in verloren hoekjes varens aan te planten. Wat als er iets is wat ik met oude tuinen associeer (op de oude bomen na) dan zijn het varens.


Mannetjesvarens in de varenborder

Er staat al een behoorlijke collectie in de tuin. De meeste staan verspreid, en verdekt opgesteld. Maar één plek is voorbehouden voor varens. Dit groepje, de “varenborder” staat aan de noordoostelijke kant van het huis. Daar komt alleen zon in de ochtend, en dan nog half gesluierd doorheen de krulwilg. Ideaal voor een bos/varentuintje. We hebben er de meest voorkomende inheemse soorten gezet: Brede stekelvaren, Mannetjesvaren en Wijfjesvaren, maar er staat ook een zeldzamere Zachte naaldvaren. En wat bosplanten: Klimop, Grote veldbies, Grote muur en Slanke sleutelbloem. En Geel nagelkruid – die heeft zich al over de hele tuin uitgezaaid. Vroeger stond in de varenborder ook Longkruid – die moet ik volgend jaar echt nog eens opnieuw planten – prachtig is dat!

rechts Brede stekelvaren, links Mannetjesvaren

Zachte naaldvaren in de Varenborder

Tongvaren                                                         Brede stekelvaren en achteraan Wijfjesvaren

Tongvaren staat er ook, maar die doet het niet zo goed. Dat is echt een liefhebber van het duistere en koel-vochtige. Eigenlijk hoort die op de binnenzijde van een oude gemetselde waterput.
Mannetjesvaren doet het echter heel goed op onze leem! Die zaait zich dan ook vlot uit, en dus vinden we elk jaar wel hier en daar zo’n jong teer plantje, dat dan heel voorzichtig verplant wordt naar een meer geschikt plekje, want zoals altijd met dat spontaan gegroei, staat dat net ergens waar het op termijn niet goed komt – meestal is er kans op vertrappeling. Ik heb ze al op verschillende plekjes gezet.

In een hoekje van de heg ...


aan een toegangspoortje, ...

in een hoekje tussen muren, ...

of in de heg zelf.

Er staan er eigenlijk overal in de tuin.
Dit is wijfjesvaren – naast de waterput, aan de voet van de roos Schneewitchen.


Een Smalle stekelvaren, verstopt tussen het overige groen in de schaduwborder.


We hebben er ook een aantal rond en in de struikenborder gezet:



Deze Geschubte mannetjesvaren is na tien jaar al fors geworden!

Een Zachte naaldvaren

Struisvarens
De makkelijk via wortelstokken uitbreidende Struisvaren. Niet echt inheems, maar prachtig toch, met die trechtervormige bladrozet!

De trechtervormige bladrozet van de Struisvaren


En hier ben ik echt trots op! Een ieniemienie-varentje dat in oude bossen ganse tapijtjes kan vormen. Het heet Gebogen driehoeksvaren. Keizeldzaam, zowel in de natuur als bij de kweker. Net als zijn reusachtige verwant de Adelaarsvaren maakt ie geen rozetten, maar komen de blaadjes afzonderlijk uit de grond vanuit een ondergronds kruipende wortelstok. Nou, eerder worteltwijgje in dit geval.

Gebogen driehoeksvaren

Maar zo teer! Als de kinderen wild doen met ballen en stokken zet ik er een beschermkooi over!



En aan de waterkant staan er nog enkele speciallekes, niet veel groter dan het Gebogen driehoeksvarentje: Bolletjesvaren

Bollekesvaren

En de zeldzame Moerasvaren. Hoe die dat overleeft is me een raadsel! Deze plant groeit letterlijk op de overgang van land naar water en vriest dan ook elke winter compleet vast in het ijs!

Moerasvaren

En dan verbergt er zich nog eentje onder de heg. Eigenlijk zou die ook allang een tapijtje moeten gevormd hebben, maar echt vlot lukt dat niet. Nu ja, we leven op hoop. Het is een Eikvarentje. Maar aan de vreemd gevormde bladpunten te zien hebben ze me één of andere cultivar in mijn pollekes gedraaid.



Nu staat er nog één op mijn verlanglijstje. Hij lijkt heel sterk op de Mannetjesvaren, maar mist het bronsgroene ervan. Als je een wat bleek uitgevallen Mannetjesvaren ziet staan, ruik dan eens aan het blad – geurt het naar appelsien, dan heb je ‘em gevonden: de Stippelvaren. Deze is wegens die typische geur ook beter bekend als Citrusvaren. Weet er iemand een kweker die deze verkoopt?


woensdag 16 mei 2012

Vensterkes

Nou ...

het lijkt er op dat ...

we de rest van het jaar op ...

planten moeten kijken met vensterkes in.

...

Zowel in de siertuin,

Iemand lijkt zijn klauwen te hebben gezet in de Vrouwenmantel ...

Er zitten venstergaatjes in deze Hosta ...

... evenals in deze ... en in al de rest ook!

... als in de boomgaard,

De blaadjes van de appels lijken wel verhakseld!

... of in de moestuin,

Het ajuinloof staat vol grijze stippen - het equivalent van blauwe plekken ...

Het is toch wat vroeg voor coloradokeverschade?

En wie kneusde het spinazieblad?

En zelfs in de bloemenweide!

Krak, zei de eerste orchidee ...
:-(

En zeggen dat gisterenochtend nog alles perfect ok was ...

zaterdag 12 mei 2012

Tuinevolutie X - 1999

De geschoren haag was in 1999 groot genoeg geworden om boven één van de doorgangen een boog te vlechten.  Zo moeilijk is dat niet.  Iedereen die zijn haag eens een tijdje wat minder verzorgd heeft weet hoe snel je zo van die lange takken bovenop krijgt.  Je laat wat van die lange takken gewoon nóg wat doorgroeien en wanneer ze groot genoeg zijn buig je ze mooi naar elkaar toe en bindt ze vast.  En klaar is ie, de boogdoorgang!
Boogdoorgang klaar! Op de achtergrond het net gemaaide hooilandje.




Zo van die verse kruidekes, geplukt in eigen tuin, dat is toch de droom van elke keukenprins of –prinses?  En dicht bij onze keuken hadden we zo een prachtige zuidgerichte helling!  Dus zo lang moet je daar niet over nadenken, alleen kroop er nog wat tijd in het ontwerpen.  Maar tenslotte werd het de meest organische vorm die het won – deze die de vorm van de helling het meest respecteerde.  Het deel van de helling tussen geïmproviseerde trap en gebogen haag werd omgevormd tot paradijs voor zuiderse kruiden en sierplanten die wat extra zomerse warmte weten te appreciëren.   De kruidentuin werd ingedeeld in drie vakken, afgeboord met buxus – dat is ook al zo een warmteminner. 
Dat eerste jaar was het nog zoeken naar het buxus-haagje :-)

Aan de voet van de kruidentuin, daar waar de grond terug de natuurlijke helling volgt, wou het biodivers vrouwke een  partij struiken.  Nu was ik daar helemaal niet blij mee, want zou dat niet het overzicht op de tuin vanuit keuken en eetkamer blokkeren?  Onze vista weg!  Dus daar werd nog heel wat gediscussieerd alvorens het vrouwke het pleit won … een scenario dat zich in de toekomst nog verscheidene malen zou herhalen ;-)  Ik kon er maar beter aan wennen.

Op 11 augustus was er een algehele zonsverduistering!
We zaten toen met z'n allen op het terras, met van die vrolijkgekleurde kartonnen brilletjes op. 


En Pa had toen de glazen uit zijn lasserskap gehaald. En die voor de fotolens houdend maakte ik deze reeks:


Onderstaande foto geeft maar ten dele het vreemde licht weer dat toen door de tuin speelde.

Rechts achter het koude kasje zie je de nieuwe struikenborder.
Op de bamboe-pergola staat de Bruidsluier in bloei.
-
De smalle doorgang tussen de struikenborder en de konijnenweide werd geaccentueerd door vier palen, die later een soort mini-pergola zouden moeten vormen.  Maar eerlijk gezegd, dat is nooit helemaal afgewerkt …

En ik maakte heel wat beton dat jaar.  En sleuven graven om dat in te gieten.  Al dat uitgesloof leidde tot het ontstaan van een terras en paadjes rond (bijna) het ganse huis.  Alleen de voorkant niet, want dat zou volgend jaar samen met de oprit aangepakt worden.

De doornloze braam werd in het najaar voor ’t eerst in sierlijke krullen tot een kunstwerkje gebogen.  Iets wat vanaf dan een jaarlijkse traditie werd.

Die winter lag er sneeuw, en kochten we een voederhuisje om Mussen, Mezen en Merels te voederen. Dat werd niet ver van het keukenraam geplaatst, om van nabij van het gefladder te kunnen genieten.




Rechts op de achtergrond zie je dat knotwilg verdwenen is. Nu ja - bijna verdwenen. Zaten we ergens in de zomer aan 't zaterdags ontbijt, horen we plots het onheilspellende geluid van een kettingzaag. En voor we boe of bah konden zeggen zagen we 'em al vallen! De knotwilg die we al enkele jaren verzorgden! En ie was nog wel speciaal - met twee stammen en twee knotten! Maar te laat was te laat! Ik ben nog snel naar buiten gehold want ik vreesde dat ze het ook zouden gemunt hebben op de Sleedoorn - en aan hun blik te zien toen ik sprak over kapvergunningen en zo, en over bomen die gemeenschappelijk stonden te wezen op een perceelsscheiding en zo ... was ik precies net op tijd.


bleekgeel: hooiland
zonnegeel: border
bleekgroen: gazon
lichtgroen: struiken
groen: boom
zwartgroen: haag
bronsgroen: lianen of klimplanten
zwart: landbouwplastiek
beige: akker, en grote bouwvlakte rond huis ...
lila: kalkgrasland (ook op groendak)
staalblauw: moerasje
rood: akkeronkruidenreservaatje
bruin: constructie
grijs: verharding


Terug naar het begin? Klik hier voor 1990
Verder lezen? Klik hier voor het jaar 2000



donderdag 10 mei 2012

Metropolis

In mijn tuin staat een gebouw.  Het is wat vreemd van vorm, zo opgetrokken tussen een oerwoud van fijne stengels.  De muren lijken wel gegroeid, en ten dele is dat wel waar.  Dunne schachten werden met veel precisie gevormd, korrel per korrel werden opgestapeld, aaneengekleefd met fijne metselspecie.  Samen vormen ze een netwerk van gangen, kamers, holten en nissen.  Hoe de bewoners er wijs uit kunnen raken – het is me een raadsel.  Je ziet er binnenin wellicht ook geen steek, want er zijn geen ramen.  En alhoewel het volk dat deze constructie optrok als ontwikkeld geldt, hebben ze toch niet het vuur uitgevonden, noch het wiel, noch de gsm.  En toch loopt het bouwen van dergelijk bouwsel vlotjes.  Er wordt al eens getrokken en gepord, een voelspriet wordt al eens heftig beroerd, maar meestal verstaan ze elkaar goed.  En wellicht volgen ze goed bevelen op.  Of die nu komen van een nauwluisterende interne programmatuur, of van een alles-controlerende heerser, ik weet het niet.  Maar het blijft toch een sterk staaltje!
Elk jaar, bij het ontluiken in de lente, sta ik verstel dat het bouwwerk de winter doorstond!  Toch wel knap!  Het lijkt wel uitgestorven dan, maar ik beeld me in dat het ondergronds al behoorlijk bruist.  Dat er ingestorte gangen moeten worden gestut, kamers moeten worden uitgeborsteld en eens moet worden nagedacht over een nieuwe inrichting.  Wie zou daar dan over beslissen denk ik dan?  Heerst er een gezonde anarchie van werklustigen?  Eén die een goede inval heeft en gewoonweg aan de slag gaat, in gedrag en ideeën gevolgd en gekopieerd door velen?  Of krijgen ze een volledig uitgewerkt plan van bovenhand?  Zonder persoonlijke inspraak uit te voeren?  Zo en niet anders?  Of worden er speciale commissies opgericht, werkgroepen en praatbarakken?  Waarin dan in onderling overleg en na veel gepalaver beslist wordt wàt ze gaan bouwen.  Of er hier nou een kinderkamer komt, of een grote voorraadkast, of zouden we niet beter een honingdauwbar bouwen, mèt lounge?  Of een sportzaal?  En wie gaat voor een museum, gewijd aan het “Grote Grondverzet”?  Het is me een raadsel.

Maar het koepelvormige gebouw is maar de top van de spreekwoordelijke ijsberg. Diep ingebed in de flank van het linkse kruidenvak zit een ganse metropool.  En die kan je echt niet zien, behalve dat bovengrondse deel dan.  Maar zelfs dat is redelijk goed gecamoufleerd, zo tussen de stengels van de Bergsteentijm.  Die heeft er trouwens weinig last van, want elk jaar loopt dat vlot uit.  Misschien is er wel een wederzijds akkoord zo, tussen die bouwmeesters en de Steentijm.  Ik zorg voor stevigheid en jullie beschermen me tegen de vorst en belagers.  Goeie deal vind ik dat. 
Het gebouw is beschermd.  Bij lokaal geldend decreet: “Art2§1: bij opkuisen van de kruidenborder mag niet aan de koepel geraakt worden”.  Ik heb er namelijk te veel respect voor.  Het mag dan niet zo groot en imposant zijn als de megapolen die je in bos aantreft, opgetrokken uit dennenaalden, mos en takjes, het mag er toch zijn!  Alhoewel niet zo stevig, ze gaan evengoed tientallen jaren mee!
De bouwmeesters zijn zware werkers, maar ik vermoed ook wel schalkse genieters. Ik beeld me in dat ze wel twintig soorten Wortelluis houden, in hun ondergrondse bouwsels. En zouden die dan geselecteerd worden op dauwproductie, of op geur, op kleur of op smaak?  Ik vermoed het laatste, want ik zie ze daar al liggen na de zware dagtaak, in hun nieuw ingerichte lounge, lurkend aan een speciaal geteelde wortelluis, en genietend van een zalige honingdauwroes.  Want morgen komt er weer een werkdag – in Lasius flavus Metropolis.

dinsdag 8 mei 2012

Het gaat vooruit.

Twee maand geleden vertelde ik van de grote opruimactie in de vijver.  Ongelooflijk toch hoe snel die zich van zo'n ingreep hersteld!  Kijk eens: nu is al dat open water haast alweer dichtgegroeid!  Ik heb de Waterlelie ook moeten opvissen en er een zware steen aan vastbinden - want die wou maar niet meer naar de bodem zinken.  En ondertussen bloeit het Waterdrieblad.  Het lijken van ver wel bleke hyacinten.


Op de achtergrond zie je dat haast alle bomen en struiken in blad gekomen zijn.

Dat levert al weer heel wat schaduw op in de boszoom.  Daar wedijveren Heggerank en Gele dovenetel om de aandacht.  Ach, binnen een maand worden die al weer overschaduwd door de Bosandoorn - je ziet zijn blad al.  De Bosanemoontjes zijn alweer uitgebloeid en verdwijnen onder al dat geweld!


En deze nieuwsgierige kijkende aagjes staan op een rijtje ...  te wachten ...  tot ze op hun definitieve plaats mogen.  Dat is dan aan de voorkant van het huis.  Maar pas nà de ijsheiligen!  Dus leunen ze nog wat tegen deze warme zuidwestmuur.


En dat geldt ook wat voor deze kruiwagen vol.  We zijn weer eens naar de lokale plantenwinkel getrokken.  ... ze zien ons daar echt graag komen hoor!  Karretje vol geladen!

De witte zakjes, die komen van de plantenbeurs in Halle, in de Don Bosco school.  Daar hebben we weer wat leuke plantjes op de kop getikt - voor in de borders van 't biodivers vrouwke.  Onder andere Geranium cinereum 'Ballerina' en Geranium 'Rozanne', die ons een fortuin kostte (bij wijze van spreken).  En ook een Epimedium grandiflora 'lilafee', want die had ik onderdeappelboom gezien.  Zo'n bloempje waar je helemaal voor bij de grond moet, om dan een onaardse schoonheid te vinden - dat vond ik wel speciaal.


In de bloemenweide toont één van de Gevlekte orchissen al een bloemknop!  De bladeren zien er, zoals haast elk jaar, een beetje beschadigd uit.  Het zilvergrijze waas is vorstschade.  Heb ik bij exemplaren in de natuur ook gezien.


Het gazon is nog steeds niet gemaaid, op een enkel strookje richting moestuin na.  Nog geen tijd voor gehad (te veel kluswerk binnen) - dus staan er nog volop Pinksterbloempjes!  ... waar ik heel blij mee ben :-)  En de vlindertjes ook!


En met dit laatste beeld kom ik dicht in de buurt van de op-het-eerste-gezicht foto van de maand.
Die kan je HIER bewonderen.