Afgelopen week werd de tuin geplaagd door late vorst. De frisse adem van deze laat aangekomen koninklijkheid heeft sommige planten toch parten gespeeld.
Kijk eens naar appelbloesem of Japanse blauwe regen ...
Van Buxus werden de jonge scheuten afgevroren - natuurlijke snoei zal ik maar zeggen ...
Ook bij de tere varens en de Kraailookjes gingen de topjes er af ...
Maar waar ik het meest van schrok is dat zelfs de aardappels onder tunnel de frisse adem van koning Vorst mochten voelen ...
Maar dat was mijn eigen schuld. De tunnels waren niet tot op de grond dichtgetrokken :-/
In een vergeten uithoekje van Vlaams-Brabant wordt sinds 1990 een tuin ekologisch beheerd. Na jaren vonden de bewoners de titel "biodiverse tuin" heel passend! Voortdurend verwonderd over wat hier allemaal rondvliegt, kruipt en zwemt willen we deze rijkdom blogsgewijs met jullie delen. Welkom in onze tuin!
maandag 24 april 2017
zondag 23 april 2017
Geslepen en gladjes
Beitels kunnen erg scherp zijn wanneer net aangeschaft. Maar je moet ze tijdens het gebruik ook scherp houden. Ook hiervoor bekeek ik op tinternet wat tutorials en als gevolg kocht ik me een set Japanse waterstenen, inclusief een handige klem om ze tijdens gebruik vast te zetten.
Japanse waterstenen bestaan in verschillende gradaties, van grof naar heel fijn. Er zaten er vier in de set. De grofste (korrelgrootte 220) wordt gebruikt om van je werktuig (keukenmes of beitel) een behoorlijk deel af te slijpen. Dat doe je als de vorm niet goed meer is of na beschadiging. De fijnere stenen dienen om echt te slijpen. Daarbij begin je steeds bij de minst fijne steen (1000) en stap je geleidelijk over tot de fijnste steen (2000 tot 5000). Daarmee kan je je werktuig tot scheermeskwaliteit slijpen.
Waterstenen heten zo omdat je er moet voor zorgen dat er bij het slijpen steeds een laagje water op de steen staat. Je moet de steen ook voor het gebruik een tijdje onder water zetten, tot er geen lucht meer uit ontsnapt. Als er bij het slijpen geen water op staat, kan de steen snel beschadigd raken. En dat is zonde, want het zijn dure dingen.
Om de hoek waaronder je slijpt constant te houden bestaan er hulpmiddelen. Voor messen zijn er van die klemmetjes en voor beitels en de messen van schaven zijn er rollende geleiders die je op de beitel kan klemmen.
Het vergde wat oefening maar éénmaal ik het wat te pakken kreeg was ik erg tevreden over het resultaat. Het lukt me nu zelfs makkelijker zonder geleider - de balans was niet goed door de zware beitels die ik gebruik. Vooral de demi-bisaigue wou steeds naar achter kantelen.
Deze stenen zijn me nu al onmisbaar geworden.
Japanse waterstenen bestaan in verschillende gradaties, van grof naar heel fijn. Er zaten er vier in de set. De grofste (korrelgrootte 220) wordt gebruikt om van je werktuig (keukenmes of beitel) een behoorlijk deel af te slijpen. Dat doe je als de vorm niet goed meer is of na beschadiging. De fijnere stenen dienen om echt te slijpen. Daarbij begin je steeds bij de minst fijne steen (1000) en stap je geleidelijk over tot de fijnste steen (2000 tot 5000). Daarmee kan je je werktuig tot scheermeskwaliteit slijpen.
Waterstenen heten zo omdat je er moet voor zorgen dat er bij het slijpen steeds een laagje water op de steen staat. Je moet de steen ook voor het gebruik een tijdje onder water zetten, tot er geen lucht meer uit ontsnapt. Als er bij het slijpen geen water op staat, kan de steen snel beschadigd raken. En dat is zonde, want het zijn dure dingen.
Om de hoek waaronder je slijpt constant te houden bestaan er hulpmiddelen. Voor messen zijn er van die klemmetjes en voor beitels en de messen van schaven zijn er rollende geleiders die je op de beitel kan klemmen.
Het vergde wat oefening maar éénmaal ik het wat te pakken kreeg was ik erg tevreden over het resultaat. Het lukt me nu zelfs makkelijker zonder geleider - de balans was niet goed door de zware beitels die ik gebruik. Vooral de demi-bisaigue wou steeds naar achter kantelen.
Deze stenen zijn me nu al onmisbaar geworden.
maandag 10 april 2017
Dalmatiërkruid
Niet normaal is dat - zo goed ze het doen in de tuin.
Het begon allemaal jaren geleden in dit hooilandje.
Het uitzaaien van wat orchideeënzaad werd aanvankelijk beloond met enkele frêle plantjes.
Na enkele jaren stonden er meer dan dertig stuks. En vonden ze het tijd om uit te zwermen ...
In 2012 stuurden ze een verkenner uit, nog braaf op de rand van het gazon
Twee jaar later vond ik er zes, verspreid en verdekt opgesteld in het gazon. Ze werden voorzichtig, als test, verplaatst naar het hooilandje.
Het jaar er op, in 2015 bleken er opeens een stuk of negen op te komen in het korte gras, en zelfs in potten. Gezien die zes van het jaar er voor jaar de verplaatsing goed overleefden werden deze negen verzet naar een border, aan de voet van de krulhazelaar.
Vorig jaar, in 2016 stonden de meeste van de verplaatste exemplaren al in bloei, dus mijn voorzichtige transplantaties bleken succesvol. Ik ontdekte er nog bijkomend een veertigtal in het gazon maar liet ze ongemoeid, op de vijfentwintig exemplaren na die gegarandeerd gingen platgetrapt worden. Die gingen ook naast de krulhazelaar, en een deel naar het hooilandje, waar ze gedorie thuishoren - en veilig staan.
Maar nu! Vermits we veel volk verwachten met de Velt-ecotuindag op 4 juni was het beter om ze toch allemaal te verplaatsen naar de borders - schrik dat ze vertrappeld worden.
Dus begon ik ze uit te graven en te verplanten.
Ik had geen idee waar ik aan begon ...
... De teller van dit jaar staat al op 93
Ik denk dat ze gaan voor de honderd, gelijk de Dalmatiërs - vol vlekken en met honderd.
... En net als jonge honden - lastig in te tomen.
P.S. Laat deze blogpost niet geïnterpreteerd worden als een handleiding, en al zeker niet als een vrijgeleide om inheemse orchideeën in het wild te gaan roven. Gevlekte orchis en alle overige inheemse orchideeën zijn beschermde soorten en uitgraven in het wild is verboden! De biodiverse tuin blijkt na al die jaren ekologisch beheer een geschikt biotoop voor deze soort te zijn. Als je dus ook inheemse orchideeën in je tuin wilt - ga dan voluit voor een ekologisch beheerde tuin.
Het begon allemaal jaren geleden in dit hooilandje.
Het uitzaaien van wat orchideeënzaad werd aanvankelijk beloond met enkele frêle plantjes.
Na enkele jaren stonden er meer dan dertig stuks. En vonden ze het tijd om uit te zwermen ...
In 2012 stuurden ze een verkenner uit, nog braaf op de rand van het gazon
Twee jaar later vond ik er zes, verspreid en verdekt opgesteld in het gazon. Ze werden voorzichtig, als test, verplaatst naar het hooilandje.
Het jaar er op, in 2015 bleken er opeens een stuk of negen op te komen in het korte gras, en zelfs in potten. Gezien die zes van het jaar er voor jaar de verplaatsing goed overleefden werden deze negen verzet naar een border, aan de voet van de krulhazelaar.
Vorig jaar, in 2016 stonden de meeste van de verplaatste exemplaren al in bloei, dus mijn voorzichtige transplantaties bleken succesvol. Ik ontdekte er nog bijkomend een veertigtal in het gazon maar liet ze ongemoeid, op de vijfentwintig exemplaren na die gegarandeerd gingen platgetrapt worden. Die gingen ook naast de krulhazelaar, en een deel naar het hooilandje, waar ze gedorie thuishoren - en veilig staan.
Maar nu! Vermits we veel volk verwachten met de Velt-ecotuindag op 4 juni was het beter om ze toch allemaal te verplaatsen naar de borders - schrik dat ze vertrappeld worden.
Dus begon ik ze uit te graven en te verplanten.
Ik had geen idee waar ik aan begon ...
... De teller van dit jaar staat al op 93
Ik denk dat ze gaan voor de honderd, gelijk de Dalmatiërs - vol vlekken en met honderd.
... En net als jonge honden - lastig in te tomen.
P.S. Laat deze blogpost niet geïnterpreteerd worden als een handleiding, en al zeker niet als een vrijgeleide om inheemse orchideeën in het wild te gaan roven. Gevlekte orchis en alle overige inheemse orchideeën zijn beschermde soorten en uitgraven in het wild is verboden! De biodiverse tuin blijkt na al die jaren ekologisch beheer een geschikt biotoop voor deze soort te zijn. Als je dus ook inheemse orchideeën in je tuin wilt - ga dan voluit voor een ekologisch beheerde tuin.
zaterdag 8 april 2017
In de kring
Ik woon in een heksenstreek. En mijn dorp is een heksen
dorp.
Dat zie je aan het beeld aan de ingang van het dorp, dat zie
je ook aan het frietkot en dat zie je zelfs aan sommige gevels ...
Het “bebouwde kom” bord dat je ziet bij het binnenrijden van het dorp was zelfs een tijdlang getooid met een overvliegende heks. Waar hebben ze dat, vraag ik je - als toeristische attractie kan dat tellen!
Het “bebouwde kom” bord dat je ziet bij het binnenrijden van het dorp was zelfs een tijdlang getooid met een overvliegende heks. Waar hebben ze dat, vraag ik je - als toeristische attractie kan dat tellen!
Er is zelfs een folkloregroep met een heksen naam (Makrallen) en het mag niet verbazen als je al eens een heksevel tegen het lijf loopt, ook al is het nog geen volle maan.
Dus je geraakt er wel aan gewoon - aan al dat heksengedoe.
Maar allemaal goed en wel – maar is dit nu echt nodig in mijn gazon?
Maar allemaal goed en wel – maar is dit nu echt nodig in mijn gazon?
donderdag 6 april 2017
Aan de tap
Pa aan het werk met trekmes en shave pony
Het is niet omdat we een Shave Pony hadden dat we daarom ook al tappen konden snijden. Je hebt ook een goed trekmes nodig. Op vakantie in de Dordogne stond er op de jaarmarkt in het dorp een verkoper van tweedehandse werktuigen. Daar was er een local die net voor mijn neus een prachtig en groot trekmes wegkaapte. Ik stelde me dan maar tevreden met de tweede keus, die achteraf gezien nog niet zo’n slechte keus was. Het is een trekmes met een lemmet van ongeveer 20 cm, met twee bolle handvatten. Het is in het midden wat meer uitgesleten, maar dat komt op termijn met het slijpen weer in orde.
Zo’n trekmes is niet alleen onmisbaar om tappen te snijden, maar is ook handig om slechte stukken (beschadigd of spinthout) uit de balken te snijden. Daar krijgen ze zo’n “artisanaal” uiterlijk mee. Mijn Schoon Vader, die een ambachtelijke trappenmaker is, vroeg me zelfs of ik mijn hout ging “snijden” in plaats van schaven … blijkbaar gebeurt dat dan ook met zo’n mes.
Het hout dat gebruikt werd om de tappen uit te snijden haalde ik bij dezelfde lokale houtzagerij. Ik ging er naar toe om wat geschikt eikenhout te bestellen, wat nog niet gedroogd en liefst zonder knopen mocht zijn om het klieven te vergemakkelijken. Maar toen Houtman hoorde waar het moest voor dienen, had ie een beter voorstel. Ik moest enkele dagen later eens terugkomen, dan zou ie iets geschikt hebben voor me.
Toen ik nieuwsgierig langsging, bleek er een meer dan twee meter lange en meer dan 70 cm dikke tamme kastanje stam klaar te liggen. Prachtig was dat, want kastanje klieft makkelijk. Denk maar aan die kastanjehouten hekjes die verkocht worden. Er is een reden waarom dat in die houtsoort is, en dat is niet alleen om de rotbestendigheid er van.
Houtman zaagde de stam in schijven van de goede lengte (zo’n 25 cm) en verdween dan even om een zware kliefhamer te halen. Hij hakte daarna elke schijf met indrukwekkende zwaaislagen in stukken, zodat ik ze in de wagen kon laden. Twee keer heen en rijden was nodig om alles thuis te krijgen.
Pa ging er onmiddellijk mee aan de slag en nog voor ik de tweede lading afgezet had, lagen er al enkele testversies klaar. En direct enthousiast! De stukken kastanje splijten gemakkelijk – je moet er maar een hakmes op zetten en een tik met de hamer te geven. En het snijden verliep ook makkelijk, alleen was dat tijdsrovend zonder een goed toestel om de houtstukjes vast te klemmen en snel te kunnen keren. En zo kwamen we bij de Shave Pony uit.
Abonneren op:
Posts (Atom)