zondag 29 maart 2015

Cirkelterras - part II

Er zijn zo van die vaardigheden die je in je kindertijd aanleert waarvan je nooit zou denken dat je die ook nog als volwassene zou kunnen gebruiken. Zandkastelen bouwen bijvoorbeeld.


Het voordeel van dit kasteel is dat het niet snel zal wegspoelen... Het werd namelijk gemaakt met stevige stabilisé (200kg cement/m³) en trouwens - we wonen nog redelijk ver weg van de branding.


Jongste zoon hielp mee. Hij schepte de stabilisé uit de aanhangwagen terwijl ik me met het zandkastelen bouwen bezighield. Hij is namelijk op een leeftijd gekomen waarop je dat niet meer doet. En dat de biodiverse vader dat opnieuw leuk vindt, zal ook wel een teken van de leeftijd zijn zeker?


Maar toen de rand van het zithoekje af was, vond ik hem nog bereid om de grote hoop hakselhout naar dat cirkeltje te verplaatsen. Dat deed ie zo enthousiast dat er wel heel veel in terecht kwam. Hij leek Merlijn's suikerpot wel ;-)



donderdag 26 maart 2015

Cirkelterras - part I

Jaren ligt dit project al te wachten. Wat dat betreft heeft het veel gelijkenissen met het vijverproject van weleer. Ook dat bestond al jaren in mijn hoofd alvorens er aan begonnen werd.

Ik heb al eens gepolst naar ideetjes voor de uitvoering ervan. Want we waren lang in dubio. Over een terras waren we het al eens, maar hoe die er precies moest uitzien en hoe groot, dat was allemaal niet duidelijk. En of er al dan niet een plek moest komen om de bonsai’s tentoon te stellen waren we ook niet zeker.


Ondertussen overgroeide de hoop platte kasseistenen die er lag te wachten met een dikke laag klimop. Tegelijk werd die door een haag omcirkelde plek gebruikt als stelplaats voor takkenhopen, wachtend op versnippering.


Maar nu is het zover. De takken werden verhakseld en de vrijgekomen plek werd ontdaan van - het leek wel kilometers - klimopgroei.
Want na lang schetsjes te maken, af te keuren en voor de zoveelste keer herbeginnen hebben we tenslotte dit ontwerp gemaakt:


Het wordt dus een cirkelvormig terras met stoepkasseitjes (diameter 3,6m) en een zithoekje met hakselhoutbodem (diameter 2,5m). Er rond komen kleurrijke borders.

Ik groef een zeer ondiepe sleuf waar de rand van het terras moet komen en startte de werken met de aanleg van de toegangstreden. Waarop de familieleden schrokken dat het terras zo hoog zou komen. Maar dat lijkt alleen maar zo hoog van deze kant gezien, want onze tuin helt af.


Ik kon ook niet diep uitgraven, want anders zou ik te veel de wortels van de omringende haag of de centraal staande lijsterbes beschadigen. Dus moet het er allemaal bovenop. Dat is niet erg, want na de werken moet ik rond het terras nog aanvullen. Er ligt nog een grote hoop grond in de kippenren. Nu weet ik eindelijk waar er mee naar toe.


De stoepkasseitjes legde ik een beetje bol, zodat het water goed afstroomt. 

Nu kan ik aan de volgende fase beginnen: de rand van het zithoekje.

maandag 23 maart 2015

Vóór en na

Enkele beelden van de jonge zomereik aan de rand van de moestuin. Vóór en na het knotwerk.

Vijf jaar geleden knotte ik dit boompje voor ’t eerst. En nu was het weer nodig, want vorig jaar wierp het al weer veel te veel schaduw op de moestuin. En viel er te veel plakkerig bladluizepoepsap naar beneden – recht op de groentjes er onder – Bah!
Dus voilà. Weer een kort kapsel, goed voor vier-vijf jaar. 
Want die kroon moet een klein bolletje blijven.


vrijdag 20 maart 2015

Grelinetten, zon en poters

"Als je me zoekt, ik ben in de moestuin - ben gaan grelinetten". zei ik terwijl ik mijn caoutchou botten aantrok.

"Grelinetten? Wat is dat nu weer?" antwoordde het biodivers vrouwke. "Dat staat volgens mij niet in het woordenboek".


Maar moet dat nu wel - in het woordenboek staan - als woord? Want is dat is nu niet het leuke aan dat wonen in Vlaanderen zie, dat je - ongeacht al onze opgeklopte taalproblematiek - onbeschaamd vreemde woorden kan gaan vervlaamsen en in gebruik nemen?

Want zeg nu zelf, hoe moet je anders het werken met een grelinette of woelvork gaan noemen? "Ik ga woelvorken"? Ik vork woel? Ik woel vork? Of grondwoelen? Misschien gewoon grond omwoelen? Maar dan voel ik me precies een varken.

Nee - geef me dan maar grelinetten. Klinkt vet. Zeker op die zware leem van ons.


Grelinetten, lentezon en poters.
Meer moet dat niet zijn voor enkele geslaagde moestuindagen.

dinsdag 17 maart 2015

IJzerdraad en het tweede leven

Allemaal goed en wel, zo’n romantisch uitziend hekje rond de moestuin, maar handig is het niet als ik het buxushaagje wil snoeien. Al die takjes die door het hekje groeien – telkens moet ik het hekje losmaken van de betonijzers waaraan ik het vastbind. Het is een heel gepruts, iedere keer al die binddraadjes weer losdraaien en dan oppassen dat het hekje niet op de groentjes terechtkomt.


Er moest dus een oplossing komen. Bij het opruimen in het kippenhok kwam ik nog een bundel dikke metaaldraad tegen, van het type dat ter versteviging in betonnen paaltjes zit. Vraag me niet meer hoe ik er aan kom, maar het heeft iets met een verpulverd paaltje en een mokerhamer te maken.
Dat metaaldraad - toch ruim 12 meter - werd bij Pa afgeleverd, samen met een werkplannetje, zesentwintig betonijzers van anderhalve meter en de zegen van Ma. Want die was blij dat ik nog eens een werkje had voor Pa. Die zit naar haar mening veel te veel stil de laatste tijd – rust roest, zie je. En ze houdt niet van roest.


Nu was ie daar zelf ook heel blij mee denk ik, met dat werkje, te oordelen aan de snelheid en gretigheid dat het afgewerkt werd.
Vandaag probeerde ik ze uit, die nieuwe steunen voor het kastanjehouten hekje.


En ze voldoen perfect!
Geen binddraadjes meer nodig om ze vast te maken. En makkelijker los te maken om het haagje te snoeien! 

Geluk zit in kleine dingen. 

In twaalf meter hergebruikt ijzerdraad bijvoorbeeld.

zaterdag 14 maart 2015

Lucas' ballon

Liefste Lucas,

Vandaag vond ik jouw ballon. In mijn tuin. Ik had hem eerst niet gezien tijdens mijn ochtendwandelingetje, maar mijn vrouw tikte plots op het raam en wees in de richting van de straat. Want daar hing iets onverwacht in de takken.

En daar was hij, jouw ballon. Hij wuifde nog wat heen en weer in de wind, alsof hij nog geen zin had om hier zijn reis al te beëindigen. Maar hij was overduidelijk moe van de lange vlucht.



Ik vind het een mooie ballon. Mooi wit, met een mooie blauwe opdruk. Misschien waren er wel tien andere kleuren waaruit je kon kiezen, maar hoe dan ook - dit is toch de mooiste, én de beste! Want hij vloog kei-ver! Helemaal tot in mijn tuin. Ik zocht het even op. Zo maar eventjes twee honderd vijf en zestig kilometer!



De huifkar staat er op. Ik heb het even opgezocht - op de computer - en dat blijkt een school te zijn. Een speciale school voor bijzondere kinderen. Ik heb de indruk dat het wel een leuke school is. De kinderen krijgen daar veel aandacht. En dat is goed.



Ik ben benieuwd of er andere ballonnen waren die ook zo ver vlogen. Misschien wel, maar wellicht kwamen die niet op zo'n aparte plek terecht. Want Lucas, jij mag dan op een speciale plek school gaan, jouw ballon kwam in een aparte tuin terecht. Een biodiverse tuin. Dat wil zeggen dat er in onze tuin veel aandacht gaat naar buitengewone planten en dieren. En dat die ook de aandacht krijgen die ze nodig hebben om open te bloeien en een goed leven te leiden. Een beetje zoals jouw school dus.


Dus mocht je ballon niet het verst geraakt zijn, dan kwam die toch het origineelst terecht. En alleen daardoor verdien jij een eervolle vermelding in deze ballonwedstrijd! Of beter nog - de prijs voor de knapste ballon. Want toch wel knap dat hij wist dat hij hier moest landen, niet? Misschien vind jij planten en dieren ook wel leuk?

Het gaat je goed Lucas. Als je ballon al zo goed terecht komt - dan zal dat zeker ook zo zijn met jou.

Vriendelijke groet,

De biodiverse tuinier.

vrijdag 13 maart 2015

Plant van de maand - maart

Het viel me al op dat ik in het voorjaar eerder aangetrokken word door gele bloemen, en later door blauwe. Misschien heeft het er iets mee te maken dat ik na een miezerige winter snak naar zonlicht.

Daarom ging mijn voorkeur voor de plant van de maand naar gele bloemen. Aanvankelijk koos ik de Gele kornoelje, maar Natuurlijk-rijk was me voor ;-)
Dus stel ik een andere vroegbloeier voor. Het is de Wilde narcis, het van postuur kleiner uitgevallen en wilde verwantje van de klassieke trompetnarcis.

Maar wat deze plant aan postuur inboet, compenseert ie dubbel door zijn bevalligheid. Waar de trompetnarcis staat te toeteren in een schel en schreeuwerig geel, baden de Wilde narcisjes in een zacht, haast crèmekleurig geel.


Ik bracht mijn exemplaren mee van een wandeling in een nabijgelegen bos. De bolletjes waren er door een nogal heftige exploitatiemachine aan de oppervlakte geduwd en lagen er amechtig te snakken naar grond en vocht. Ik weet het, ik had ze ter plaatse terug in de grond moeten duwen (want ik ook deed met de meeste), maar ik kon het niet laten er een vijftal toch mee te brengen naar mijn tuin. En ze doen het er goed. Het is al een mooi toefje geworden.

Ze bloeien elk jaar enkele weken vroeger dan de trompetnarcissen. Op dit ogenblik zelfs samen met de Sneeuwklokjes en Krokusjes.

vrijdag 6 maart 2015

Vliegmu!s

In de aanloop naar de ecotuindagen van Velt heb ik nog een groot werk aangevat. Dat houdt in dat er weer veel met kruiwagens heen en weer geseuld wordt, volgeladen met of grond, of stabilisé, compost of kasseistenen. Het is nog niet zo erg als bij de eigenwijze tuinier, maar ik hoop dat de modderige paadjes zich nog kunnen herstellen tegen zondag 7 juni. Want dan stellen we onze tuin open.

Maar al die modder en kluiten grond trekken blijkbaar toch de aandacht. Terwijl ik zo aan ’t scheppen en graven was, zag ik af en toe een beweging vanuit mijn ooghoek. Iets klein en springerig dat telkens verdween als ik er op trachtte scherp te stellen (ja – de ogen gaan wat achteruit. Het was al wazig in de verte, maar helaas nu ook al op de kortere afstanden).

Eerst dacht ik aan de muis, die ik met mijn gegraaf en grondverzet dakloos gemaakt had. Want één van de zaken die ik had moeten doen, was een oude hoop verhakseld hout verplaatsen naar de compostbak. En daar had ik een veldmuizennest mee vernield. Opmerkelijk trouwens dat zo’n veldmuis ook wel met zijn tijd meegaat. Nauwelijks strootjes en blaadjes in de constructie, maar wel plastic draadjes verweven met een soort pluche die men in de voering van ouderwetse peignoirs kan vinden – uit de tijd dat fleece nog niet bestond.


Het zenuwachtige gespring bleef echter duren, en omdat ik er eigenlijk weinig aandacht aan besteedde, werd het diertje steeds vrijmoediger en daardoor kreeg ik het plots wel goed in beeld. Het was een Winterkoninkje!


En vermits ik er nog nooit in geslaagd was om er ééntje in mijn tuin te fotograferen (dat heen-en-weer gehop! Die onnavolgbare snelheid! frusterende onscherpten!), leek het me een uitgelezen moment om even de spade te verruilen voor het fototoestel.

En met goed gevolg

Het was duidelijk op zoek naar iets - of beter naar ietsjes, want overal werd er gepookt en gepikt en werden er kleine dingelsjes, wellicht kleine beestjes, larfjes, spinnetjes, pissebedjes en zo uit de rulle kluiten grond geprikt en fluks naar binnen gewerkt.



 Soms nam ie bij al dat gespeur plots een hoge positie in, terug in de haag.



En soms nam ie een vliegende start en werd ie een seconde lang een wazige streep, als was ie de roadrunner zelve. bip bip.

Heerlijk vogeltje. Ik noem 'em Vliegmu!s.

Maar wat me nog het meest frappeert, is dat uitroepteken van een staartje. Zo'n franke streep!