donderdag 27 maart 2014

50.000


"Goeiedag", zei ik tegen de garagist, "ik ben hier voor een onderhoud".

De man veegde met een groezelige lap de olie van zijn handen en slofte met me mee naar buiten, het zonnetje in. 

Daar nam hij mijn machine in ogenschouw en vroeg "hoeveel staat er op de teller?

"Vijftig duizend", antwoorde ik met enige trots, maar ook met wat onzekerheid, want ik kwam nooit eerder voor een onderhoud. Had ik daar wel goed aan gedaan?

“En wanneer was het laatste onderhoud?”, vroeg ie doelgericht, want natuurlijk herinnerde hij me niet eerder te hebben gezien.

“Euh – dit is de eerste keer”.

Daarop trok hij met een afkeurende grom de motorkap open en tuurde omlaag.  De bits en bytes lagen zomaar open en bloot.  “Normaal moet je een controle elke tienduizend, weet je”.

“Oh?!”, zuchtte ik.  “Dat wist ik niet”.

“De meeste nemen er op vijftigduizend enkele opties bij, of laten de zaak eens herspuiten.  Een nieuwe carrosserie doet wonderen weet je – voor je het beseft zit je aan het miljoen!”.

Dat klonk alsof me dat duiten zou kosten.

“Maar ik vind ‘em goed zoals ie is”, opperde ik nog.  “En ik stak onlangs nog enkele nieuwe gadgets”.

“Mmm – standaard spul.  Moet je niks gepersonaliseerd? – Doet wonderen voor je pageviews!. Of een upgrade voor je opslagcapaciteit? Kan je meer volk lokken met grote foto’s!”

Die man begon toch wel opdringerig te doen.  “Nee, toch maar niet.  Heeft ie nu een onderhoud nodig of niet?”

Met een klap ging de motorklep weer dicht.  De software kraakte onder het plotse geweld.  “Nee – niet nodig”, zei hij kortaf.  “Je kan zo weer de weg op.  Maar met dat design kan je nooit snel, je hebt zelfs geen zoekmachineoptimalisatie". 

Daar werd ik wel even stil van.  

Hij keek me wat meewarig aan en zei dan vaderlijk. "Kijk, denk er eens over na en kom dan maar eens terug – ik heb massa’s templates voor je content”.  En met die woorden slofte ie terug de schaduw in.  

Toch wel wat beduusd stapte ik in mijn standaard-templeetje.  Ach wat, dacht ik nog, terwijl ik voorzichtig de straat opdraaide – ik tuf wel rustig verder aan mijn tempo – bevalt me uitstekend.




Op naar de honderdduizend.


maandag 24 maart 2014

Vaste plant - oude plant


Nooit veel over nagedacht, maar deze plant doet me toch even stilstaan bij de term "vaste plant".

Ik zag 'em in de schaduw van de Rode kornoeljes in het bosje, en plots besefte ik dat ik deze plant er in 1992 plantte.

Deze Voorjaarshelmbloem is dus ondertussen 22 jaar oud!  Over een vaste plant gesproken ...


Voorjaarshelmbloem - Corydalis solida

Ben nu wel nieuwsgierig of jullie ook zulke oude planten hebben staan?


donderdag 20 maart 2014

Puzzel

Ik heb een puzzel gevonden.  Bij het spitten in de moestuin.  Nu vond ik niet alle stukjes ineens.  Ik weet zelfs niet of ik alle stukjes bezit.  En dat maakt het er niet makkelijker op.  Eigenlijk weet ik zelfs niet of het wel een puzzel is.  Maar het werpt wel vragen op. 
De man stond peinzend naar de koetjes te turen.  Veldleeuweriken tierelieren in de blauwe lucht hoog boven zijn hoofd, wat verder doken gekscherend wat kievitjes in het spelt.  Hij trok nog eenmaal van zijn uitdovende pijp en keek in de richting van de houtkant.  Morgen haal ik daar wat hout uit voor een nieuwe steel, dacht hij, en keerde om richting huis.  Bij het passeren van het hek keek hij nog eens naar omhoog, schatte het weer voor morgen in en klopte zijn pijp uit op het hek.  En plots had hij in een reflex twee stukken vast.  Grmbf, gromde hij – dat is nu telkens hier dat dat gebeurt – en gooide de pijp weg. 
Want hoe komen die stukjes in mijn moestuin terecht?  Lange lange tijd (buren zeggen zeker tachtig jaar) is  dat hier weiland geweest.  Dan vijftien jaar verlaten en pas daarna onze tuin.  Oude woonsten staan pas op honderd meter maar er loopt wel een kerkwegeltje voorbij.  Dus hoe komen die hier?
De kinderen hadden het blik met kapotte pijpekoppen uit opa’s werkhuis meegenomen.  Seppe had stiekem een hoekje zeep afgebroken van het stuk zeep bij de waterpomp.  Met wat beekwater erbij maakten ze een sopje in het blik.  Het wedstrijdje beste bellenblazer hield ze even zoet.  Wat later knikkerden ze op het wegje tot ze vlammende ruzie kregen over enkele verloren knikkers en één van hen bleitend naar huis liep.  Blik en pijpekoppen bleven verweesd achter in het weiland.
Er zijn zeven pijpekoppen.  Maar wat die twee bolletjes zijn, en het ringetje … ik heb er vooralsnog het raden naar.  Zijn het knikkers?  Of hebben ze iets met de pijpekoppen te maken?  Van het ringetje beweerde iemand dat het een gewichtje kon zijn, gebruikt bij het garen spinnen.  Maar is dat zo?  En waarom lag dat in mijn moestuin begraven?
Jones keek nog éénmaal op het oude perkament en stapte uit het duister van de enorme boom.  Hij keek in de richting van de opkomende zon.  Het was het ogenblik waar hij al jaren op wachtte.  Hier was het, en nu – op equinox.  Terwijl de opkomende zon over de kim kwam, zette hij het kleinood in positie.  De eerste zonnestralen vielen door de opening en verrieden samen met de magische bolletjes de plek van de schat.  Eindelijk … zou hij eindelijk het geheim van de zeven pijpekoppen ontraadselen?
Archeologen hebben het niet makkelijk.  Maar wel een spannend beroep.  Zou ik me nu al een vilten hoed aanschaffen – en een zweep?
 
 

woensdag 12 maart 2014

Tuinevolutie XXI - 2010

Dit is de één en twintigste aflevering van de reeks logs over de evolutie van de biodiverse tuin.  Het jaar twee duizend en tien was het jaar waarin de biodiverse tuin één en twintig, en dus volwassen werd. Nou - dat gevoel gaf het toch. En twee duizend en tien was bovendien ook het jaar waarin de biodiverse tuin zijn naam kreeg. Tot dan toe was het gewoon "onze tuin". Maar naar het eind van het jaar gebeurde er iets waardoor er plotsklaps een dimensie bij kwam.  ... Maar dat lees je verder in dit logje.  

Laat ik met het begin beginnen.

Twee duizend en tien begon met een lange vorst en sneeuwperiode. Eindelijk nog eens een echt wintergevoel! Toegegeven, het is niet goed voor de energierekening, maar ik hoop steeds in zo een periodes van diepe kou van een hoop slakken af te raken. Want met al die zachte winters overleefden er veel te veel, en dat begon dik vervelend te worden in de tuin – al dat gevreet.








Er zat die winter zelfs een hele tijd een sneeuwuiltje in de tuin – tot het smolt ;-)
Gelukkig kunnen de voorjaarsbloeiers daar goed tegen, tegen die winterse kou, en komen ze elk jaar weer in volle pracht terug! Eerst krijgen we Sneeuwklokjes, dan Krokusjes en daarna de Driekleurige krokusjes, ...




Dan volgen de Wilde narcisjes en als laatste in de rij de Trompetnarcissen.



En hebben jullie dat ook – dat die Gewone vogelmelkjes wel blad geven, maar nooit of te nimmer bloemen?

Daarna volgen echter nog de tulpen. Maar die kan ik nergens in de tuin houden, want de muizen lusten die veel te graag. Maar op het groendak konden er blijkbaar nog een aantal aan de aandacht ontsnappen. Het zijn Tulipa pulchella en Tulipa tarda.



De lente is ook de periode dat ook de bomen en struiken bloeien. In de "boomgaard" is dat dan een festijn voor het oog! Al die bloesems!



Die lente was het hoog tijd om ook eens in het bosje halverwege de tuin in te grijpen. Daar staat onder andere een groepje Rode kornoeljes die sinds de aanplant in 1990 al een heel massiefje gevormd hadden. Dat werd steeds breder en had al een heel stuk van het gazon ingepikt. Rode kornoelje buigt zijn buitenste takken naar de grond en daar wortelen die vlot … en vormen dan een nieuwe struik. Zo schuift die plant telkens met een metertje op. Ik moest dringend ingrijpen en hakte en groef de eerste twee meter weg. Ook van de Spaanse aak die ernaast groeide werden wat van die te breed wordende laagste takken weggesnoeid.



De Zomereik aan het amfibieën vijvertje werd geknot. Dat was de eerste keer dat ik een boom knotte en het is er ook aan te zien. Maar het was nodig want als ik die boom zou laten groeien dan zou het vijvertje op termijn geen licht meer krijgen … en te veel blad in het water. Die Eik en de meidoorns waren er eigenlijk alleen geplant om wat schaduw te geven aan wie op het bankje van de vijver wou genieten. Het was niet de bedoeling dat ze het ganse achterste deel van de tuin zouden inpalmen.
In de toekomst zouden trouwens nog snoeiwerken nodig zijn. Want zelfs Jongste zoon had al opgemerkt dat er steeds minder licht in de tuin kwam.



Van zodra het wat beter weer werd, waren de kinderen, én Poes, weer gefascineerd door het tuinvijvertje. Daar is er altijd wat te beleven! De vlonder werd speciaal dicht bij het wateroppervlak gebouwd zodat je dicht bij die wondere onderwaterwereld bent.



Bruinrode heidelibel
2010 was ook een fantastisch vlinderjaar! Toen we terugkwamen uit ons verlof naar de Auvergne was het net het moment van de jaarlijkse tuinvlindertelling. 


Auvergne
En natuurlijk konden we niet anders dan meedoen. Ik weet niet meer hoeveel individuen en en soorten we telden maar het waren er veel.  Het hele jaar lang passeerde er trouwens vanalle gefladderte.

Oranjetipjes


Landkaartjes

Oranje en Bruine zandoogjes

 Gevlekte zandoogjes en Gehakkelde aurelia's


 Atalantas en Koniginnepages


 Klein grut dat  nog nauwelijks op vlinders gelijkt ... zoals Appelglasvlinders en Muntvlindertjes

Motjes zonder naam


 Icarusblauwtjes en Bruine blauwtjes


En witjes, zoals dit Klein geaderd witje.

En tenslotte ook nog Vosjes, Dagpauwogen en Kolibrievlinders ... te veel om op te noemen eigenlijk.

Maar denk nu niet dat we dat jaar alleen maar met het fototoestel in de tuin rondslopen. Er werd wel degelijk ook werk verricht. Met al dat metselwerk van de afgelopen jaren wachtte ons nu een hoop voegwerk. En dat doe ik niet graag. Maar samen met de zoon er aan beginnen maakt het nog enigszins draaglijk.



Twee duizend en tien was ook het jaar dat Swa, een uit het nest gevallen boerenzwaluw opvang bij ons vond. We vonden hem tijdens een uitstap richting Boulogne. We vingen enkele weken vliegjes voor hem tot we terug aan 't werk moesten. Dan ging ie naar het vogelopvangcentrum. 








Al bij al lag dat jaar de tuin er echt goed bij. Voor het eerst in jaren hadden we het gevoel dat de tuin volwassen geworden was, dat de grote structuren nu eindelijk vast lagen, en dat het vanaf nu alleen nog zou draaien om het detail. Alles dat jaar leek er perfect bij te staan, de moestuin, de hooilandjes, de borders, de vijver. En al dat dierenleven reageerde daar dat jaar zo goed op, alsof ze erkenden dat het goed was.

Moestuin




hooilandje met Ratelaars
zicht op de kruidentuin - rechts het overwoekerde 'kinder' tuintje, het enige wat minder perfect was dat jaar

Lavendel in de voortuin
Kerrieplant - Helichrysum italicum in de kruidenborders




Heel het jaar was heerlijk. De zomer was zelfs warm en lang genoeg om wat pompoenen en siervruchten in rijpe staat te krijgen.

Maar de leukste erkenning van onze tuin kwam wel naar het einde van het jaar toe.

Op een ochtend op het werk krijg ik via twee collega’s bericht dat er op Radio Eén, in het programma Peeters en Pichal gezocht wordt naar de “meest biodiverse tuin van Vlaanderen”. En "of dat niks voor mij was"? Deze zoektocht kaderde in de aandacht die er tijdens die week ging naar de vergadering van de verenigde naties over biodiversiteit in Nagoya, te Japan.

Snel surf ik even naar de webstek van Radio Eén en vind ik al gauw hoe ik me kan inschrijven. Ik moet een mailtje sturen en daarin mijn tuin voorstellen en even verduidelijken waarom ik denk dat die de meest biodiverse tuin van Vlaanderen is. Op de trein naar huis denk ik even na over een strategie om in de kijker te komen en pen ik even snel volgende limerick neer.

Er was eens een tuinman in Bever
En gif lag te veel op zijn lever
Maar wat ie wel wou
En dus krijgen zou
Was een Pichal als compostkever.

Dat zou de jury wel naar mijn tuin lokken!
En inderdaad, reeds de dag er na krijg ik een foontje van de redactie van Peeters en Pichal of ik me die vrijdag kan vrijmaken. Ze doen de toer van Vlaanderen om de kandidaat tuinen te bezoeken en willen ook bij mij neerstrijken.

Die week pen ik al pendelend naar het werk een overzichtje neer van alle biotoopjes in mijn tuin, met een lijstje van de er aanwezige wilde plantesoortjes, en dieren – voor zover ik dat allemaal weet. En die vrijdag maakt dat blijkbaar indruk op de jury van dienst (Wim Van Den Bossche van Natuurpunt), alhoewel de door Pa huisgebrouwde mispelchampagne misschien wel geholpen heeft ;-)

En daarna was het natuurlijk in spanning afwachten. Ik had er wel een goed gevoel bij, want er werd vaak goedkeurend geknikt en de checklist werd vele malen afgevinkt. Het verlossende telefoontje kwam tijdens de week erna. Ik had gewonnen! … of beter … Mijn tuin had gewonnen! Of ik eerstkomende vrijdag weeral thuis kon zijn om de prijs in ontvangst te nemen: een dagje hulp van Sven Pichal.

En natuurlijk kon ik dat!

1


Sven Pichal maakt de composthoop leeg en ...
... vindt compostkevers
Sven vertoont niet veel animo om vuil uit de vijver te vissen ...
2



Sven harkt bevallig herfstblaadjes en wordt dan onderbroken door der komst van collega Thomas Van Hoof van Radio Twee. Die interviewt ons voor “de middagpost”.


3


Iets later loopt er technisch iets mis en is Sven even niet bereikbaar door de studio. 
Dat vangen we daarna op door te doen alsof Sven heel hard aan de slag is met de heggenschaar. 
Dat is het prettige aan radiomaken – je kan met het juiste achtergrondgeluid de luisteraar eender wat wijsmaken.

4


En de uitzending wordt afgesloten met het uitdelen van wat prijzen. Ik krijg een boek van de minister voor leefmilieu aangeboden (dat is ondertussen al naar Zem verhuisd) en ik krijg er nog enkele pakjes wilde plantenzaden bovenop.


Tenslotte klinken we op de goede afloop door een fles mispelchampagne te kraken.


Tijdens de middag was er dan ook nog het verslagje op Radio Twee, tijdens de "Middagpost":

radio2



En we eindigden het jaar zoals het begon: in de sneeuw.  Nu ja, ... niet helemaal zoals het begon. 

Want vanaf nu draagt onze tuin een titel: "De Meest Biodiverse Tuin Van Vlaanderen".  Een titel die het jaar daarna een naam werd: "de biodiverse tuin".  Maar daarover meer in de volgende aflevering.








Tuinplan 2010


Terug naar het begin van de tuinevolutie-reeks? Klik hier voor 1990
Verder lezen? Klik HIER voor het jaar 2011.