zondag 16 juni 2019

Veere

Onze tuin wordt om de twee jaar met plezier en enthousiasme opengesteld voor het publiek, maar we gaan met evenveel plezier en enthousiasme andere tuinen bezoeken. Vorig weekend ging het nationale tuinweekend door in Nederland. En we hadden in het tuinmagazine van het biodivers vrouwke een artikel gezien over Veere, wat ons aanspoorde om naar Zeeland af te zakken voor een rondje tuinkijken. 



Veere bleek een oer-hollands stadje te zijn, vol kleine huizen met prachtige voortuintjes en bloemrijke pareltjes verborgen achter oude tuinmuren. Omwald, met haventje en gelegen aan het Veerse meer is het tevens een aantrekkingspunt voor de pleziervaart en watersport. 


Je kon er vorig weekend tien tuinen bezoeken, verbonden door een uitgestippelde wandelroute. We kochten er een “passepartout” ticket en begonnen onze zoektocht naar het eerste tuintje in het centrum van het stadje. Op een pleintje dat door al die prachtige voortuintjes zelf al een te bezichtigen tuin leek, lieten we ons echter al bij het eerste koffiehuis verleiden tot een warme appelpunt – je bent nu eenmaal in Nederland of niet? 



Het eerste wat je opvalt in Veere zijn de stokrozen. Die hebben het stadje volkomen ingepalmd door zich onbeschaamd tegen elke gevelmuur uit te zaaien. Maar we vonden het prachtig, want dat riep onmiddellijk herinneringen op aan meer zuiderse vakanties.



Het eerste tuintje dat we aandeden was al direct in de roos! Mooie kleurrijke borders, enkele kleine bomen een serre en een hond die niet van plan was die dag te bewegen. Plus een pittoresk zicht op de kerk. Onder de vijgenboom wachtte een Eva op haar Adam. Het biodivers vrouwke betreurde dat ie er niet was. 



De tweede tuin was wellicht nog kleurrijker. Het vrouwke vond die het mooist. Goed gestructureerd, net genoeg zitplekjes en het gazon tot een minimum herleid. Het soort tuin waar je je oude dag ziet in doorbrengen. 



Tuin drie was wellicht de kleinste die we bezochten. Achter een forse muur verscholen vonden we een klein koer-tuintje waar er misschien evenveel planten in potten als in de volle grond stonden. 


Tuin vier was niet echt ons ding. Een beetje te klassiek van opbouw wellicht. Maar deze plant trok onze aandacht. Bleek spontaan uitgezaaid. Helaas kon de eigenaar ons de naam niet geven. 




De volgende tuin verraste door de zichtassen op de omgeving. Daardoor leek ie groter dan ie echt was. De borders waren er lekker wild en het lommerrijke hoekje onder de perelaars aantrekkelijk. 


Daarna verlieten we de kern en volgden de wandelroute nog naar twee grote tuinen, de ene landschappelijk open, met brede gazons en halfstamboomgaard en de andere met indrukwekkend brede bloemrijke borders. En daarna sloten we af met een korte maar prachtige wandeling langs de oude stadswallen, tot aan het haventje.




Zo’n bezoekje aan Veere is de moeite waard, zeker als er tuinen te bezoeken zijn. Maar ook zonder open tuinen blijft Veere een aangename en aantrekkelijke plek voor tuinliefhebbers. Zeker eens naar toe gaan!

zaterdag 1 juni 2019

Open maken, open stellen.

Oei ...

"Zo gaan de bezoekers niet makkelijk door kunnen, tijdens de ecotuindagen ... Daar moet er iets aan gebeuren" zei het biodivers vrouwke, terwijl ze enkele doornen uit haar haar plukte.

De test om langs de scheefgezakte roos te komen, was niet echt geslaagd.

Dus haalde ik de lange ladder, een hijsband, de kettingkatrol en een lang touw.



 




Het resultaat kunnen jullie vandaag en morgen komen bekijken... op de ecotuindagen van VELT. :-)

maandag 21 januari 2019

Slow building

Het is nu al haast een jaar geleden, dat ik nog eens een update heb gegeven over mijn uit de hand gelopen zelf-bouw hobby project. Ik had eigenlijk op dit ogenblik willen de afwerking van mijn eikenhouten carport kunnen aankondigen maar helaas ...

Een ingreep aan mijn schouder heeft roet in het eten gegooid. Een ontsteking, ten gevolge van macho gedrag van mijn kant (net voor de zomervakantie te veel in te korte tijd willen doen in de tuin) heeft het 'frozen shoulder' syndroom geïnitieerd. En nu zit ik met de gebakken peren ... enkele weken thuis na een kijkoperatie-met-intern-snij-en-opkuiswerk en nog een lange revalidatie voor de boeg tot we weer op het niveau van tevoren zijn. ... als we daar ooit weer geraken.

Maar dat geeft me toch weer eens wat tijd om nog eens een blogje te plaatsen.



Dit is waar we begin vorig jaar ongeveer gebleven waren: de dragende structuur aan de voorkant van de carport was ongeveer af - de schuine dragers waren geplaatst en de eerste horizontale balken waar de kepers op moeten komen waren gelegd. En alles droog onder enkele grote, lelijk-groene dekzeilen.

En ik had het toen al gezegd - ik had nood aan wat gemotoriseerde hulp, om de derde fase van de bouw sneller te doen verlopen. Ik kocht me (in aanbieding in de lokale gereedschapszaak) een semi-professioneel handzaagje van een mij tot dan toe onbekend merk. Door het semi-professionele aspect wel naar de dure kant, maar toch een aankoop die me nog geen minuut gespeten heeft.



Maar ik kocht me ook nog een artisanaal stuk gereedschap. Uit het bosrijke Zweden liet ik me een "Froe" leveren van het merk Gränsfors Bruk. Prijzig, maar wat prachtig een staaltje handwerk! Handgesmeed, en met een op maat gemaakte steel, perfect passend in het stalen oog. 

Een 'Froe' is een splijtbijl of kliefijzer die gebruikt wordt om bvb. houten dakleien uit stammetjes te klieven. Of om, zoals in mijn geval, kastanjehout tot kleine balkjes te klieven om er daarna tappen uit te snijden.



De tappen worden ruwweg op maat gesneden op een shave-pony, maar daarna werk ik ze nog eens ronder bij met de schaaf.



Halverwege augustus waren er weer genoeg stukken klaar om een montage te doen. 





Eén en ander werd liggend in elkaar gestoken en moest dan met de katrol op zijn plaats gehesen worden. Jongste zoon maakte er weer een time-lapse filmpje van.


Daarmee stond de ganse onderbouw met steunpalen er. En kon ik verder werken aan het plaatsen van de laatste schuine dakbalken. Sommige verbindingen zijn wel complex geworden, zoals bij de dakpunten waar drie schuine dakbalken samenkomen op één punt.



De horizontale dragers worden gesteund door driehoekige steunblokjes die deels in de schuine dakbalken ingewerkt zijn. 



Op een andere plek gebeurde dat met een zwaluwstaartverbinding. Allemaal heel stevig.



Maar ik moet toegeven, soms zag het er wel eens uit alsof die balken gewoon maar los opeen gestapeld werden.


En dan kon ik eindelijk aan het plaatsen van de kepers beginnen, bovenop de horizontale draagbalken. Die kepers zijn ook eikenhouten balken geworden, 6 x 8 cm in doorsnede.


Ik heb ze op 60 cm van elkaar gelegd en in tegenstelling tot de rest van de constructie tot nu toe, niet met houten tappen vastgezet, maar vast gevezen met roestvrij stalen houtschroeven. Je weet wel, van die stevige met een zeskantige kop - in Vlaanderen heten die Tire-Fonds.




De laatste kepers moeten vooraan nog worden geplaatst, en dan kan ik er de pannenlatten op leggen, en tenslotte de pannen zelf.  Maar eerst nog wat aan mijn schouder werken.

Nog even een kort rondleidingkje, als afsluiter.