maandag 22 oktober 2012

Muurklimmen zonder problemen


Hé – werd ik er door Zem op gewezen, dat zowel Spinrag als de biodiverse tuinblog één jaar bestaan!!  Hip-hip-Hoeraa!  En nog vele jaartjes voor onszelf – smak smak smak - lang zullen we leve, lang zulle we blogge ... in de glo-rie-aah!!!.  Hipperdehip Hoeraa!  :-)

Voilà, de feestelijkheden zijn voorbij - terug naar de orde van de dag ;-)
 
Nu las ik op datzelfde Spinrag een hoop moois over Klimop – dat het zo een intrigerende, mooie, en ekologisch interessante soort is – en gelijk heeft ze!  Maar toch zien sommigen die soort liever niet in hun bomen, en al zeker niet tegen de gevel, zelfs al is het een zijgevel .  Beschuldigingen zoals het oplichten van dakpannen en het verwringen van goten werden er gebruikt om de angst voor de ladder te verdoezelen – nietwaar meneer Boerenerf? :-).  Moh alléz - zo ne mooie klimop verdisterweren!  Maar goed, lang kan ik niet boos blijven, en gelukkig wordt daar nu nagedacht over een andere muurklimmer, één die geen schade zou kunnen aanrichten. 

Misschien is dit een idee:

Ooit woonde ik in een gerenoveerd Brussels pand, midden in Klein Turkije – een levendige buurt waar een doorsnee Vlamingske al even exotisch is als de rest van de bewoners.  Ik woonde er in zo een oud herenhuis waar drie appartementen waren van gemaakt, waarvan twee duplexen.  Ik huisde in het onderste – die met tuin!  Zo'n typische stadstuin, omringd door muren.  Een oase van rust zoals er wel meer zijn in de grootstad.  Nu wou ik daar onmiddellijk na het intrekken wat meer groen in de hoogte. De huisbaas had die muren echter helemaal witgekalkt en zou het niet appreciëren mocht ik daar Klimop tegen planten.




Dus ging ik aan de slag met een rol van die groengeplastifieerd tuingaas.  Ik sneed drie stukken van ongeveer vier meter af.  Dan knipte ik een mooie boog aan één uiteinde, liet daarbij de buitenste draad aan het gaas vastzitten en maakte die dan vast door de losse endjes er om te buigen.


Die drie stukken werden zo een vijf centimeter van de muur vastgemaakt aan de koppen van lange vijzen die ik goed in de muur verankerde met pluggen. 

En voila zie: een goedkoop, en nog leuk ogend klimrek voor niet-hechtende klimmers genre Tuinkamperfoelie of Clematis … in neo-gotische doe-het-zelfstijl.

Ik heb er helaas niet lang genoeg gewoond om de klimrekjes volgegroeid te zien

Je moet wel opletten dat zo’n rek niet te dicht bij een goot, dakrand of ander huisdeel komt, binnen de reikwijdte van de gekozen klimmer.  Want dan krijg je toch weer een klimmer die de zolder binnendringt of je dakgoot demonteert!

Toen ik verhuisde naar de biodiverse tuin, heb ik dat ideetje gerecycleerd en maakte ik een klimrek in hout.  Wel een gans andere vorm.


Onderaan klimt een Winterjasmijn en bovenaan huist een Tuinkamperfoelie ‘Belgica’. 


Leuk hé?  En snoeien doe ik alleen onderaan – om door te kunnen.  Dus geen gebalanceer op ladders.

vrijdag 19 oktober 2012

Apodemus sylvaticus



Jonge bosmuis gepakt door de poes,
kreeg ik los met een heel goede smoes
Kon zonder een schram,
terug naar de mam.
Maar nu zit ons kat met de blues ...

Apodemus sylvaticus
Bosmuis
De biodiverse tuinier

donderdag 11 oktober 2012

Prei - pompoensoep

Binnenkort slingeren weer overal van die halloween-pompoenen rond.  Tegen eind november zijn we die beu gezien en dan wordt het tijd om daar iets nuttig mee te doen ... soep maken bijvoorbeeld ;-)

Bij ons is de kweek dit jaar- zoals het meeste in de moestuin trouwens, een fiasco.  Die onrijpe pompoentjes worden binnenkort door de vorst herleid tot oneetbare pulp.  Maar gelukkig zijn er tuiniers die met hun oogst geen weg weten, en bij hen raak je nog wel aan je materiaal ;-).

Zelf hou ik het meest van de smaak van Butternuts.

Butternut
De meeste pompoensoepen zijn dik en een beetje fantasieloos, en bovendien worden ze meestal gemixt - en dat is niet mijn lievelingsvariant van soep - voor mij mogen er gerust stukjes in zweven.

Nodig

5 preistelen (1kg) – heel erg fijn gesnipperd (ik gebruik daar zo een mandoline voor)
2 wortels (150g) gesnipperd
2 handenvol selderblad, fijn gesneden (mag ook gedroogd selderblad zijn)
1 handvol lavasblad, fijn gesneden
1,5 kg “butternut”-pompoen, in blokjes gesneden (bruikbaar gewicht = 60%, dus een pompoen van 2,3 kg nodig)
2,5l water
150 ml olijfolie
5 bouillonblokjes (kip of rund, naar smaak)
kruiden: peper, enkele druppels tabasco, een salieblad.
Bereiding

Stoof de prei en de wortels in de olijfolie tot de prei helemaal gaar is – het water moet er uit zijn en de prei moet de olie opnemen – dan gaat ie straks mooi drijven in de soep.
Voeg selder en lavas toe en stoof nog wat verder.
Dan het water en de bouillonblokjes toevoegen en aan de kook brengen.
Wanneer het mengsel kookt mogen de pompoen en de kruiden er bij.
Nog minstens een halfuur laten zachtjes doorkoken.

De soep is nu klaar maar nog wel heel dik – geschikt om in te vriezen in porties.
Als een portie bereid wordt, best nog minstens ¾ van het volume water toevoegen om te verdunnen. Naar wens kan er dan nog een extra bouillonblokje nodig zijn.
Je kan deze soep ook mixen :-/ en/of gehaktballetjes bijvoegen.

dinsdag 9 oktober 2012

De laatste gezichten


We zijn stillekesaan aan het afronden. De eerste tekenen zijn er al. Eerst merkte ik het in de blogs – en dan pas in de tuin. Mmm – de herfst startte dus hier enkele weekjes later zo, dan bij jullie.

Maar nu is het wel duidelijk. Herfsttijloos in het sompige ochtendgras, vlinders die de laatste nectarbronnen plunderen,


Japanse anemonen in het herfstzonnetje,


de bloemen-in-pot die gretig de laatste warmte opdrinken, en daar de zoemertjes blij mee maken.


Zelfs de vijver tooit zich al een beetje in geel en goud.


En het eerste herfstblad en noten in ’t gazon – op de op-het-eerste-gezicht foto van deze maand.



Als je de op-het-eerste-gezicht foto's op een rijtje wilt zien - klik dan door naar HIER.

dinsdag 2 oktober 2012

Tafelen voor Twaalf





Eén van de eerste constructies in de tuin, samen met het tuinhuisje, was een picknicktafel.  Zo een stoere – een boswachterspicknicktafel.  We hebben dat ding onmiddellijk groot genoeg gemaakt.  Er kan wel tien man aan, als het moet.  Twaalf zelfs, als je nog enkele stoelen aan de uiteinden bijschuift. 

 




De eerste versie was in dennenhout.  Die heeft zeventien jaar dienst gedaan, en toen was ie versleten – opgerot en vergaan door weer en wind.  Stom van ons natuurlijk – om dat steeds in het nat te laten.  En de bamboe-pergola erboven bood niet echt beschutting.  Misschien wel wat tegen de zon, toen ie volledig begroeid was, maar zon was niet het probleem.  En het bamboe zelf ging verrassend genoeg toch veertien jaar mee - en dat voor gewoon een dik soort gras!





De tweede versie is gemaakt om wel vijftig jaar mee te gaan.  Toen we de vlonder bij de vijver bouwden, kochten we meteen genoeg recup tropisch hout om de picknicktafel te herbouwen.  En er werd ook meteen voor een goede winterbescherming gezorgd, zodat het droog de winter door kon.


Zo een grote bache is echt een must!

De nieuwe tafel werd een exacte kopie van de oude.  We wilden het ons niet te moeilijk maken en dus werd de oude voor de afbraak minutieus opgemeten en een schets van gemaakt.




Draadstaven, rondellen en tirefonds werden in inox aangeschaft.  Want het heeft geen zin om een tafel voor een halve eeuw te maken als je er roestbaar ijzerwerk in verwerkt. 
 
De tafel is twee meter zeventig lang.  Als je er vijf personen op een rij aan zet dan kom je, min de plaats van de poten, op een vijftig cm per persoon.  Misschien voor sommigen wat krap, maar het lukt wel. 
 
 






De tafel staat niet in het gras. De eerste versie in het begin wel, maar het was toch prettiger zonder mieren tussen je tenen.  Aan elke poot van de pergola staat een andere liaan: Bruidsluier voor snel effect, Alpenbosrank, Tuinkamperfoelie en een Blauweregen.  En de bolletjes zijn Struikkamperfoelies.


 
Het is een zalige plek geworden.  Van zodra het echt warm is, gaan alle feestjes hier door!

 



Na éénentwintig jaar is de Blauweregen echt groot geworden.  We moeten hem zelfs in toom houden, of hij palmt Es in.  Het is geen Wisteria sinensis -  de Chinese, maar wel Wistereria floribunda, de Japanse blauweregen.  Die heeft langere trossen met meer bleekblauw en wit.




Maar ik hou nog het meest van die kronkelige stammen die langzaamaan de steunpaal lijken te wurgen: echt heel fotogeniek!  Dat doet me denken aan de echt oude Blauweregen bij mijn grootouders.  Vond ik altijd wat spooky. 


foto: An Devroe