maandag 21 januari 2019

Slow building

Het is nu al haast een jaar geleden, dat ik nog eens een update heb gegeven over mijn uit de hand gelopen zelf-bouw hobby project. Ik had eigenlijk op dit ogenblik willen de afwerking van mijn eikenhouten carport kunnen aankondigen maar helaas ...

Een ingreep aan mijn schouder heeft roet in het eten gegooid. Een ontsteking, ten gevolge van macho gedrag van mijn kant (net voor de zomervakantie te veel in te korte tijd willen doen in de tuin) heeft het 'frozen shoulder' syndroom geïnitieerd. En nu zit ik met de gebakken peren ... enkele weken thuis na een kijkoperatie-met-intern-snij-en-opkuiswerk en nog een lange revalidatie voor de boeg tot we weer op het niveau van tevoren zijn. ... als we daar ooit weer geraken.

Maar dat geeft me toch weer eens wat tijd om nog eens een blogje te plaatsen.



Dit is waar we begin vorig jaar ongeveer gebleven waren: de dragende structuur aan de voorkant van de carport was ongeveer af - de schuine dragers waren geplaatst en de eerste horizontale balken waar de kepers op moeten komen waren gelegd. En alles droog onder enkele grote, lelijk-groene dekzeilen.

En ik had het toen al gezegd - ik had nood aan wat gemotoriseerde hulp, om de derde fase van de bouw sneller te doen verlopen. Ik kocht me (in aanbieding in de lokale gereedschapszaak) een semi-professioneel handzaagje van een mij tot dan toe onbekend merk. Door het semi-professionele aspect wel naar de dure kant, maar toch een aankoop die me nog geen minuut gespeten heeft.



Maar ik kocht me ook nog een artisanaal stuk gereedschap. Uit het bosrijke Zweden liet ik me een "Froe" leveren van het merk Gränsfors Bruk. Prijzig, maar wat prachtig een staaltje handwerk! Handgesmeed, en met een op maat gemaakte steel, perfect passend in het stalen oog. 

Een 'Froe' is een splijtbijl of kliefijzer die gebruikt wordt om bvb. houten dakleien uit stammetjes te klieven. Of om, zoals in mijn geval, kastanjehout tot kleine balkjes te klieven om er daarna tappen uit te snijden.



De tappen worden ruwweg op maat gesneden op een shave-pony, maar daarna werk ik ze nog eens ronder bij met de schaaf.



Halverwege augustus waren er weer genoeg stukken klaar om een montage te doen. 





Eén en ander werd liggend in elkaar gestoken en moest dan met de katrol op zijn plaats gehesen worden. Jongste zoon maakte er weer een time-lapse filmpje van.


Daarmee stond de ganse onderbouw met steunpalen er. En kon ik verder werken aan het plaatsen van de laatste schuine dakbalken. Sommige verbindingen zijn wel complex geworden, zoals bij de dakpunten waar drie schuine dakbalken samenkomen op één punt.



De horizontale dragers worden gesteund door driehoekige steunblokjes die deels in de schuine dakbalken ingewerkt zijn. 



Op een andere plek gebeurde dat met een zwaluwstaartverbinding. Allemaal heel stevig.



Maar ik moet toegeven, soms zag het er wel eens uit alsof die balken gewoon maar los opeen gestapeld werden.


En dan kon ik eindelijk aan het plaatsen van de kepers beginnen, bovenop de horizontale draagbalken. Die kepers zijn ook eikenhouten balken geworden, 6 x 8 cm in doorsnede.


Ik heb ze op 60 cm van elkaar gelegd en in tegenstelling tot de rest van de constructie tot nu toe, niet met houten tappen vastgezet, maar vast gevezen met roestvrij stalen houtschroeven. Je weet wel, van die stevige met een zeskantige kop - in Vlaanderen heten die Tire-Fonds.




De laatste kepers moeten vooraan nog worden geplaatst, en dan kan ik er de pannenlatten op leggen, en tenslotte de pannen zelf.  Maar eerst nog wat aan mijn schouder werken.

Nog even een kort rondleidingkje, als afsluiter.




donderdag 17 januari 2019

Properkes opgekuist - voor een verse start



Als je deze beelden ziet lijken ze niet te stroken met bovenstaande titel, … en toch. Sinds 2016 heb ik de broodnodige opruimbeurt van het tuinvijvertje steeds voor me uit geschoven. Het doornatte seizoen dat we toen hadden (wat een verschil met dit jaar!) kende zijn apotheose in een overstroming waarbij ons vijvertje een lading vies water en grond van de hoger gelegen landbouwgronden te slikken kreeg.

Ondertussen had ik het ook wat nagelaten om het vijvertje jaarlijks te beschermen tegen de toevloed van herfstblad. Bovendien heb ik tijdens 2018 geen enkele keer de vijver wat bijgevuld. En gezien het een superdroog jaar was stond tenslotte het waterniveau zo’n 30 cm lager dan normaal. En alles zat opeengepakt in het weinige water. Zoals je ziet stak de waterlelie zelfs met al zijn bladeren boven het water uit.



Ik moest dus echt wel iets doen. Het lage niveau maakte wel dat ik makkelijker de ondiepe randen kon aanpakken. Alle begroeiing – hoofdzakelijk Waterdrieblad en Lidsteng – werd er sterk terug gesneden. Dat is het leuke aan die water- en moerasplanten: je mag er echt wel eens grondig invliegen. Dat groeit toch zo snel weer terug!

Daarna begon ik de prut uit het volgend niveau te scheppen. Toen daagde het me stilaan dat een grondiger opruimbeurt nodig was. Blijkbaar lag er toch wel heel veel blad in, dat gemengd met de kleiige prut tot een iets vies geëvolueerd was - een droesem met het aspect van een slappe gelatine. Maar dan zwart en stinkend en absoluut yuckie. Kent er iemand trouwens een truuk om die moerasgeur uit je handen te krijgen? 


De waterlelie was van een ander kaliber. Al gauw bleek dat die plant de ganse centrale diepte ingenomen had, en vergroeid met andere planten meer dan 200 kg moest wegen. Op de rechtse foto zie je dat er dus een katrol aan te pas kwam om het gevaarte cm na cm uit de vijver te trekken. Onderweg sneed ik er al grote delen af, om het gewicht te verminderen. Achteraf plaatste ik slechts een deeltje van die plant terug. Iemand interesse in een ander stukje?

Tenslotte werkte ik alle randen af, spoot met de spuitslang hier en daar wat properder en schepte bijna alle vuile water uit de vijver. 
En dan langzaam vullen met putwater. Elke dag een beetje tot het vijvertje weer lekker vol was. 



Ik gooide er ook weer een net overheen, om het verse herfstblad er uit te houden. En dat was wel nodig!



Nu is het vijvertje weer klaar voor een nieuwe start in 2019. Benieuwd hoe het vijverleven er weer zal op reageren. Ik verwacht weer op enthousiaste wijze!