Ik heb nog geprobeerd ‘em voor de gelegenheid wat op te blinken, maar dat is maar ten dele gelukt.
Toch mooi hé?
En handig ook, want met zo’n grote tuin kan je je schor staan schreeuwen als je iemands aandacht wil, zo tot achter in de tuin. Sinds we dat klokje in gebruik hebben hoeft dat niet meer. Die toon draagt verder dan een stem, en is opvallender ook.
Die gewoonte bracht het biodivers vrouwke mee van bij haar thuis. Daar heeft elk gezin zijn eigen bel, met zijn eigen karakteristieke klank. Makkelijk is dat! En wat blijkt nu, na zoveel jaar, klinkt er bij onze buren ook een bel. Dus het maakt school. Gelukkig heeft hun bel een andere klank, voller en luider ook. En ook hun manier van luiden is anders. De kinderen vergissen zich niet.
Pavlov helpt ook. We moeten maar die klepel bewegen en de kinderen krijgen al onmiddellijk zin in eten, of een snack. Want de bel wordt het meeste gebruikt als er verzameld wordt voor het vieruurtje.
Ons klokje is een oude deurbel. Die vond ik ooit tijdens een wandeling in het Kluisbos. Het lag, half verborgen onder het blad, weggesmeten in het bos. Maar het nieuwsgierig kind dat ik toen was wou wel weten wat die roestige krul was, en dus trok ik het los. En dat bleek een bladveer te zijn, met een mooi klokje er nog aan! De veer was onbruikbaar geworden, maar het klokje kreeg na een grondige poetsbeurt een tweede leven bij ons - als deel van de kleine gezinstradities.